Niets in de Ruimte was er zo maar ineens

Niets in de Ruimte was er zo maar ineens!

De Universiteit van Christus zegt ons:
WIE GOD NIET KENT ZAL HEM EENS LEREN KENNEN.

Wie Mij niet zoekt, zegt Christus, zal de Vader evenmin zien, noch vinden. Wie ons – Meesters van Gene Zijde – niet aanvaardt, aanvaardt ook geen God, want uit naam van God zijn wij gekomen, duizenden met ons daalden naar de Aarde af. Duizenden met ons spreken van liefde en geloof, duizenden met ons, weten dat allen zullen terugkeren die zo spreken als zij. Eens zeide de Messias: “Nog vele dingen heb ik U te zeggen, doch gij kunt dit nu niet dragen; maar wanneer die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van zichzelf niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen. Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen.
Welnu, Christus legde deze waarheid, Zijn weten, in de handen van de Engelen en droeg Hun op Zijn Universiteit op uw wereld te grondvesten.
De Meesters uit de sferen van licht zijn het, die Hem door zijn instrument zullen verheerlijken. Zij zijn het, die uit Hem namen en op uw Aarde Zijn Goddelijke Leven vertegenwoordigen. Zo zijn zij in staat u elke Goddelijke wet te ontleden. Zij brengen uw leven tot de Goddelijke Openbaringen en brengen daarin uw menszijn tot ontwaking.
Dit geschiedt vanuit de “Universiteit van Christus”. Zij opent haar deuren voor elke ziel, die haar Vader en zichzelf wil leren kennen. Thans wordt Christus profetie waarheid, nu geen oorlog  uw streven naar bewustwording meer kan doorkruisen. Door Zijn Universiteit zult ge de dingen kennen, die Hij toen nog niet kon uitdelen.
Wij hemelingen roepen u toe: leest de boeken, welke wij door ons instrument Jozef Rulof hebben geschreven, en ge zult God en Christus leren kennen.
God en Christus willen, dat gij zelf durft te denken, want anders staat uw leven stil. Leeft zelf! Hiervoor kwam Christus tot u! Hiervoor zetten Christus Zijn heilig leven in!
Goddank, nu zijn we zover dat we het doel van Christus kunnen volgen. Dat, waar Mozes over gesproken heeft, waar hij en de profeten hun leven voor inzetten, gaat thans geschieden. De massa en de mensheid gaan tot geestelijke ontwaking komen. De enkeling is al verder, die heeft de eerste sfeer bereikt. De Eeuw van Christus roept u toe; geleerdheid, die u naar de afgrond voert, heeft thans geen betekenis meer. Het halsstarrig weigeren te ontwaken geeft afstemming op de duistere hellen, men toont er door blind te zijn, doofstom. Het is heel hard te moeten bekennen fout te zijn, doch dit behoort toch, als al het andere, bij het geestelijk ontwaken. Christus heeft het gewild. Het wanbegrip, de intelectuele hoogmoed, het geestelijk dogma – dit alles sloeg wonden in het lichaam van Gods Heilig Kind en deed het angstig donker worden op Golgotha!
Leg het kuddedierinstinct af, wees in uw aardse weten niet waanwijs, maak u los uit de bekrompenheid van uw dogma’s word als het kind dan ontvankelijk luisterend Christus woorden genoot, want dan wordt u het Koninkrijk Gods gegeven, op Aarde zowel aan deze Zijde!  Ge zult dan met Christus en door Christus tot in alle eeuwigheid daar zijn waar Gods leven bloeit en groeit en waar Zijn licht uw leven verwarmt en opvoert.
Het is te bereiken door de Eeuw van Christus te aanvaarden en deze te dienen. Gij hebt alles zelf in handen, want God schonk u Zijn bewustzijn!
Toen God bij het ontstaan der mensheid Zichzelf deelde, Zichzelf wegschonk, Zich in miljoenen deeltjes splitste – waaruit wij mensen groeiden – geschiedde dit met een vast doel. God wilde, dat wij, Zijn leven, de ene evolutie na de andere zouden volgen, graad na graad zouden beleven om ons Zijn heilige wetten eigen te maken.
Zijn wil was het, dat we ons van heel zijn schepping bewust zouden worden.
Om ons dit mogelijk te maken schiep Hij ons, man en vrouw, naar Zijn beeld. In de man en de vrouw legde Hij Zijn Goddelijke Kern, Zijn eigen afstemming. Zijn Goddelijk gevoel. In hun handen legde Hij Zijn Heelal, het stoffelijke en astrale Universum. In hen kreeg het wonder, dat God is, gestalte en bewustzijn. Hoe kwamen deze twee mensen nu tot leven? Hoe was de ontwikkeling van man en vrouw?
Aan deze zijde leerden wij het antwoord op deze vragen kennen. Hier, in het bezit van hoger geestelijk bewustzijn en levend in een hemel, een bestaanssfeer, is tot ons gevoelsleven doorgedrongen, hoe wonderbaarlijk Gods schepping is. De meesters aan deze zijde toonden haar ons en zo konden we de eerste drie kosmische graden in bezit nemen.
Het ontstaan van de schepping en de evolutie van mens, dier en universum wordt in de boeken: “Het Ontstaan van het Heelal”en “De Volkeren der Aarde” voor de mensheid volledig ontleed en verklaard; wij verwijzen u dus naar deze boeken, als u uitvoeriger ingelicht wilt worden. Toen de Meesters ons de beginstadia van de schepping toonden, verbonden ze ons tevens met het ogenblik, waarop God als een Vader van Liefde tot Zijn schepselen sprak. Voordat wij als celleleven aan onze eerste evolutie begonnen, schonk Hij ons Zijn heilige zegen. God legde toen in ons:


“Mijn Eigen leven. Ik spreek tot u als uw God, als uw Vader en Moeder, als uw Oppermacht. Mijn kinderen, Ik schiep u als Man en vrouw. Aanstonds zult gij aan uw leven beginnen. Gij zult steeds verder en hoger moeten gaan om in al Mijn wetten te ontwaken en te worden als Ik ben. Gij zult daartoe leven en sterven. Daarna keert gij terug naar het onzichtbare leven, waar u afwacht en u zich gereedmaakt voor het nieuwe organisme, dat Ik voor u schep.
Een dood is er niet!
Wat ik voor u schiep, is oneindig en behoort u toe. Door Mijn wetten te beleven zult gij Mij en Mijn schepping leren kennen. U bent slecht een vonk van Mij en van het machtige geheel, waarin Ik leef, niettemin zijt gij Goddelijk. Ik zal u volgen Mijn kinderen, en zo nodig uw wegen verlichten. Ook al ben ik voor u onzichtbaar, Ik weet waarheen gij gaan zult en kan Mij met uw levens verbinden. En gij zult Mij kunnen zien en betasten, maar dan zal er liefde in u moeten zijn. Volgt Mijn wetten op en gij zult in vrede en rust uw levens beleven.
Hebt al Mijn leven lief, zoals ook Ik u liefheb. Gaat nu als man en vrouw door Mijn wetten, weet echter, dat gij in beide lichamen zult leven, want alleen hierdoor zal het Goddelijke ontwaken in u kunnen komen. Vele lichamen zal ik voor u scheppen en deze zullen u dienen.
Ik leg Mijn oneindigheid in uw handen. Ik schiep alleen geluk voor u. Maar treedt Mijn leven tegemoet, zoals Ik u tegemoet treed. Mijn zegen hebt gij thans ontvangen.
Nimmer behoeft gij te denken, dat Ik er niet ben. U bent één met Mijn leven en niets kan ons eenzijn verbreken. U zult Mij steeds kunnen voelen, gij moet Mij echter in liefde benaderen. Hebt Mijn ruimte en al het leven daarin lief. Weest eerlijk en oprecht jegens elkander en draagt elkander, bewust, in uw voelen en denken. Ik ga naast u!
In biljoenen vonken splitste Ik Mij. Doet als Ik en vermenigvuldigt u, geeft andere vonken het leven. Daartoe zijt gij vader en moeder, zo zult ge worden als Ik ben.
Dat, wat Ik voor u geschapen heb, moet u zich eigen maken. Ik wil daarom, dat ge steeds het goede zoekt. Wie Mij en Mijn leven niet liefheeft, zal moeten beleven, dat Mijn wetten tot hem of haar niet spreken. Die levens staan dan stil. Weet, dat Ik geen uitzondering kan maken, want Ik heb u allen lief. De stoffelijke en geestelijke schatten in de ruimte zult gij rechtvaardig verdelen. Zorg, dat ge u niet vergrijpt aan het bezit van anderen, want dan zijt ge in opstand met Mijn wetten en verliest gij Mij.
Door Mijn wetten zult ge evolueren! Om u verrijst het universum, Mijn en uw Huis, waarin Wij eeuwigdurend één zullen zijn.
Weet mijn kinderen, Ik schenk u alles van Mijzelf.
Vraagt Mij nimmer te komen als gij duistere wegen bewandelt, want Ik gaf u een eigen wil! Weet, dat Ik leed noch smart schiep.
Wie voor Mij leeft, zal Mij bezitten. Gij zult Mij als uw God, als uw Vader en Moeder leren kennen. 

Ik ben en blijf……..LIEFDE!”

Zo sprak God tot ons als een Vader van Liefde. Het was op het ogenblik, dat wij als mensen onze kosmische weg geheiligd en lichtend aanvingen. Maar hoe werd ons leven? Hoe gedroegen wij ons? Begrepen wij ons leven? Niet één ziel in de ruimte onthield wat God tot haar sprak! Wij bezoedelden daarentegen Zijn leven en besmeurden Zijn Heiligheid. Tal van vragen zullen in u opkomen. Daar God ons de genade geschonken heeft, worden al uw vragen die de mensheid omtrent de Goddelijke scheppingsdaad leven, door de boeken van de Universiteit van Christus beantwoord.
Miljoenen zielen op Aarde kunnen, hoe gelovig en godsdienstig ze ook zijn, onmogelijk het Bijbelse scheppingsverhaal als waarheid aanvaarden. Hun gevoelsleven weigert nog maar één ogenblik in het zonderlinge verhaal omtrent het ontstaan van Aarde, uitspansel, mens en dier te geloven. De besliste uitspraken van de wetenschap over de onmogelijkheid van de Bijbelse gegevens steunen die zielen in hun verwerping. De bijbelschrijvers zeggen u, dat Aarde en uitspansel, mens, dier en plant door God zo maar ineens werden geschapen. Maar hoe anders is de werkelijkheid! Het gehele Goddelijke scheppingsplan is gebouwd op geleidelijke ontwikkeling! Niets in de ruimte was er zo maar ineens, alles evolueerde van graad tot graad tot zijn definitieve staat! Toen God zich openbaarde waren de nevelen de eerste zichtbare verschijnselen. In een later stadium verdichte de nevelen zich tot een wolkenmassa. Hieruit – en we bevinden ons reeds in de stoffelijke openbaring – ontstond het embryonale menselijke leven. God heeft Zich nu gedeeld: een Goddelijke openbaring door het stoffelijke leven aan de mens geschonken. Het embryo – de door God bezielde en uit de verdichting van de nevels ontstane cel, staat voor de Goddelijke wetten en zal tot de evolutie overgaan en aan het scheppingsplan deelnemen. Zijn menselijk bestaan nam een aanvang. Het ene celletje gaf zich nu aan het andere, bevruchtte het, maar stond daardoor het eigen leven af, en terwijl uit het moedercelletje nieuw leven ontstond, onderging het mannelijke embryo de eerste dood. Het binnentreden in de astrale wereld volgt, hier wacht dit leven in de wereld van het onbewuste op de tweede geboorte. De stoffelijke cel onderging een verrottingsproces, en uit dit proces ontstond het dierenrijk. Dit dierlijke leven begon nu aan zijn evolutie. Hierna had God zijn leven niets meer te schenken. Het God vertegenwoordigende embryo aanvaardde telkens een volgende levensgraad. Het innerlijke leven als ziel ontwaakte hierdoor. Wat zegt de Bijbel over het ontstaan van de mensheid? Het is in strijd met de werkelijkheid. Dat wat in de Bijbel staat geschreven over de wijze, waarop God de ruimte en ons als mens schiep, is in de “Eeuw van Christus” niet meer te aanvaarden. Nu pas is het mogelijk de waarheid op Aarde door te geven, hiervoor moest de mensheid ontwaken. De bijbelschrijvers hebben het bestaande vastgelegd, zij klampten zich vast aan wat het aardse oog kon waarnemen, zij schreven over God en Zijn heilige schepping, maar kenden de wetten niet. “God schiep hemel en Aarde”, zo vangen zij aan en slaan miljoenen eeuwen over! Voor talloze is de Bijbel een heilig boek. Wij willen die heiligheid in gene dele aantasten, wij willen u daarentegen in opdracht van de Meesters de Goddelijke waarheid schenken! U, mens der Aarde, leeft in een ontzaglijk tijdperk, u leeft in de eeuw van geestelijke ontwikkeling. Gene Zijde brengt u geestelijke bewustwording, in de verheven en allesovertreffende zin van het woord. Op dit punt zijn Moeder Aarde en al haar kinderen  thans gekomen.

De boeken overtuigen u van een eeuwig leven en geven u een beeld van de duizenden wetten, die Gods schepping regeren.

Dit alles had Christus destijds reeds kunnen schenken, wanneer Hem de mogelijkheid daartoe was gegeven. Thans zal dit geschieden in de Eeuw, die in Zijn teken zal staan. Kent ge nu iets van de macht, die Zijn Universiteit vertegenwoordigen zal? Door haar zal Hij in uw midden zijn, door haar zult ge het Koninkrijk Gods beleven. Deze Universiteit zal het kosmisch bewustzijn schenken, dit is: de ontleding van iedere wet, welke in de ruimte Gods gestalte kreeg. 
Uw dogmatisten zullen hiertegen stellig in verzet komen, zij deden dat de eeuwen door. Als in de tijden van Christus zelf, als in die van de andere profeten zullen zij de hogere waarheid niet beseffen en deze als duivels verwerpen of kleineren. De eeuwige waarheid is evenwel niet aan te tasten, zij zal zegevieren over aardse dogma’s en hypothesen – doordat zij uit God is!

Christus roept de mensheid toe:
Ga beginnen met de stoffelijke en geestelijke opbouw. Heb nu alles lief wat leeft, eerst dan gaan de sferen van licht voor u open. Gij kunt dan uw “Koninkrijk Gods” betreden. Gij zult met elkaar de wetten van God beleven en niets meer afbreken, gij zult alléén opbouwen. Gij zult hierdoor tot God uw Vader terugkeren. Golgotha wacht u en de uwen.”

Uit de Europese Heraut, 5e jaargang, nr 109. DD 15 mei 1958